Kijk binnenin
|
Arts du Nigéria central revisités
Mumuye et peuples environnants
ISBN: 9789058566935
(HB - FR)
€
Dans de précédentes études, Jan Strybol indiquait que, contrairement à ce qui est communément admis, la sculpture au nord du Nigéria prospérait. Des sculptures en bois y étaient partout présentes, à l'exception d'une partie du Grand Nord. Dans cette étude, l'auteur examine les traditions sculpturales d'un certain nombre de peuples du Nigéria central, plus précisément du plateau de Jos et de la vallée de la moyenne Bénoué jusqu'au cours supérieur de la rivière Taraba. Ces peuples peuvent être qualifiés de communautés non centralisées où des spécialistes à temps partiel produisaient surtout des objets d'art en matériaux périssables, contrairement aux royaumes centralisés du Sud (Ife, Bénin), où des spécialistes à temps plein réalisaient des ouvres d'art sophistiquées à partir de matériaux durables (pierre, bronze, fer). Pour les amateurs d'art africain, le groupe ethnique le plus connu de la région de la moyenne Bénoué est celui des Mumuye. Depuis la fin du 20e siècle, la progression des religions universelles a entraîné la disparition accélérée des rituels traditionnels et de la sculpture mumuye tellement admirée en Europe et en Amérique. Dans son étude de 2018, l'auteur a tenté de donner un aperçu de cette sculpture sur bois. Dans une série de contributions, il examine à présent divers aspects de l'art des Mumuye. En plus de la sculpture sur bois, il prête attention aux objets en bronze, fer, terre cuite et autres matériaux. Jusqu'à présent, ces formes d'art sont restées dans l'ombre et ont presque totalement disparu. Enfin, l'auteur examine plus en détail quelques réalisations artistiques de certains groupes résiduels peu connus du territoire mumuye qui peuvent se vanter d'une riche tradition artistique.
In voorgaande studies wees Jan Strybol er op dat de beeldhouwkunst in Noord-Nigeria - in tegenstelling tot wat doorgaans aangenomen wordt - een grote bloei kende. Houtsculpturen trof men zowat overal aan, met uitzondering van een gedeelte van het Hoge Noorden. In deze studie onderzoekt de auteur vooreerst de sculpturale tradities van een aantal volkeren in Centraal-Nigeria, meer bepaald van het Jos-Plateau en van de vallei van de Midden-Benue tot aan het brongebied van de Taraba-rivier. Deze volkeren kan men omschrijven als niet-gecentraliseerde gemeenschappen waar voornamelijk kunst in vergankelijke materialen geproduceerd werd door deeltijdse specialisten, in tegenstelling tot de gecentraliseerde rijken in het Zuiden (Ife, Benin) waar voltijdse specialisten complexe kunstvoorwerpen creëerden in duurzame materialen (steen, brons, ijzer). De bij liefhebbers van Afrikaanse kunst wellicht meest bekende etnische groep in de regio van de Midden-Benue zijn de Mumuye. Sinds het einde van de vorige eeuw zijn de traditionele riten van de Mumuye ten gevolge van het oprukken van de wereldgodsdiensten in snel tempo verdwenen en met hen het in Europa en Amerika zozeer bewonderde Mumuye beeldhouwwerk. Naast houtsculptuur besteedt Jan Strybol ook aandacht aan voorwerpen in brons, ijzer, terracotta en andere materialen. Deze kunstvormen zijn tot nog toe zeer onderbelicht en ondertussen bijna volledig verdwenen. Tot slot gaat de auteur ook dieper in op enkele artistieke verwezenlijkingen van een aantal weinig bekende restgroepen binnen het Mumuye-territorium, die op een rijke kunsttraditie kunnen bogen.
|