My Cart
Your cart is empty
Looks like you haven't made your choice yet.
- Subtotal
OKV - Leon Stynen
Themanummer
- OKV - themanummers
More Information
Publisher | OKV - themanummers |
---|---|
ISBN | 016896 |
Publication date | November 2018 |
Edition | Paperback |
Dimensions | 290 x 230 mm |
Language(s) | Dutch (NL) ed. |
Description
Léon Stynen (1899-1990) was ongetwijfeld een van de meest veelzijdige Belgische architecten van de twintigste eeuw. Hoewel zijn realisaties verspreid zijn over het hele land, hij via zijn onderwijsactiviteiten invloed gehad heeft op generaties architecten na hem en hij dankzij zijn internationale contacten de vinger aan de pols hield van de recentste evoluties in de moderne architectuur, blijft zijn naam relatief onbekend. Binnen de internationale architectuurhistorische literatuur ondergaat hij het lot van vele Belgische architecten: na Horta en Van de Velde wordt de Belgische architectuurgeschiedenis niet meer opgepikt. In eigen land mag hij dan nog relatief bekend zijn in kringen van onderzoekers en architectuurliefhebbers, het ruime publiek associeert doorgaans zijn naam niet aan enkele van de iconische realisaties van ons twintigste-eeuwse erfgoed.
Het Stynenjaar 2018 wil daar verandering in brengen. Dertig jaar geleden vormden de duizenden plannen, tekeningen en andere documenten van Léon Stynen en zijn vennoot Paul De Meyer de basis voor wat zou uitgroeien tot het Architectuurarchief Provincie Antwerpen, een instelling die meer dan 160 privé-archieven van architecten bewaart en ontsluit. In 2018 ging deze instelling mee deel uitmaken van het vernieuwde Vlaams Architectuurinstituut. Het VAi, het provinciebestuur Antwerpen, de stad Antwerpen en vele partners en (privé)eigenaars, grijpen dit dan ook aan om deze meester van onze moderne architectuur te (laten) herontdekken. Met tentoonstellingen, bezoeken, een internationale wetenschappelijke publicatie en dit themanummer van OKV geven we Léon Stynen de waardering die hij verdient. Dagelijks komen vele honderden gebruikers in contact met zijn gebouwen, als klanten in de C&A-winkels, als bezoekers in deSingel of het Casino van Oostende, als werknemer in een door hem ontworpen kantoorgebouw of als bewoner van één van de door hem getekende villa’s of appartementsgebouwen. Dit twintigste-eeuwse erfgoed bevindt zich ten volle op het spanningsveld van waardering en bescherming, blijvend gebruik, renovatie en herbestemming en soms ook dreigende sloop. Als een architect die steeds mee was met de modernste ontwikkeling en zich sterk inzette op het vlak van onderwijs en de ruime architectuurcultuur, zou Léon Stynen de eerste zijn geweest om zijn stem in dit debat te laten horen.